Veilg voelen en veilig zijn; en wat doet de supervisor hier aan
Ik was er bijna
geweest.
Met mijn fiets aan
de hand sta ik bij de oversteekplaats van een provinciale weg. Mijn voet staat
op de trapper en ik wil afzetten als het stoplicht groen wordt. Een Audi
scheurt voorbij, door het rode licht. Ik kan nog net mijn stuur omgooien en een
stap achteruit doen.
De schrik zit in
mijn benen, mijn hart en mijn hoofd. Overal. Ik zou me veilig moeten voelen
omdat het licht voor mij op groen staat en omdat andere weggebruikers stoppen
als voor hen het licht rood wordt. Maar ik voel me niet veilig, ik heb in dit
stoplicht geen vertrouwen meer.
Het zet me aan het
denken over veiligheid…en dan met name je veilig voelen. Veiligheid gaat samen
met vertrouwen. Je kunt je veilig voelen als je weet dat je omgeving jou geen
kwaad wil doen, geen oordeel heeft en je helpt als je dat vraagt.
Een sprongetje
naar mijn werk als supervisor: in supervisie is het belangrijk dat supervisanten
vertrouwen hebben dat de supervisor oprecht luistert, geïnteresseerd is en hen
waarneemt. Binnen dit klimaat kan de supervisant zich veilig voelen om zelf ‘over
te steken’, zijn ‘weg’ te vervolgen om verder te komen.
Het doet me denken
aan de recente inbreng van een van mijn supervisanten: Ze heeft een conflict met
haar baas. Mijn supervisant noemt haar baas een ‘kreng’. Ik kan mijn eigen
gevoelens bij het verhaal maar nauwelijks uitschakelen. Maar ik laat niets
blijken natuurlijk.
Maar dat ‘kreng’
zit mijn supervisant dwars. En ik hoor en voel dat die er niet tegenop kan. En ik
hoor ook dat die baas niet veranderen wil.
Die baas is een Audi:
ik kan de Audi niet beïnvloeden. Als supervisor ga ik vervolgens de mogelijk
‘gevaarlijke’ situatie voor mijn supervisant duiden, wijzen op de sfeer op het
werk waarin kennelijk het vertrouwen én de veiligheid voor haar ontbreken. Ze
knikt en voelt zich gehoord: ik heb haar goed begrepen. Maar mijn supervisant
is er daarmee nog niet: volgende week heeft ze een functioneringsgesprek met
haar baas, dat kreng, waar ze tegenop ziet. In de supervisie gaat het vervolgens
over wat je kunt doen om je veilig te voelen in een moeilijke situatie.
Mijn supervisant
en ik komen op de volgende dingen: niet meteen reageren, je voet op de trapper
houden, je handen aan het stuur en pas wanneer de baas voorbij geraasd is, na
gaan denken over het gesprek en eventueel reageren.
De kunst is dus:
jezelf veilig stellen, even wachten met doorfietsen en vooral eerst links en
rechts kijken, of in dit geval terugkijken (reflecteren met betekenisgeving).
Krengen van bazen
en Audi’s zullen er altijd zijn. En als je die negeert word je overvallen,
overreden en loopt het slecht met je af. Beter dus om te vertrouwen op je eigen
stoplicht.
Gerian Dijkhuizen,
Oktober 2014