Super(visie)baby's

Drie deelnemers zijn al binnen als er een
kinderwagen de workshopruimte binnenrolt. ‘Die is in de verkeerde workshop’, denk ik en
loop naar de jonge vrouw achter de wagen. Deze steekt enthousiast haar hand uit
om me te begroeten. ‘Ik verheug me op deze workshop. Heeft u bezwaar als mijn
baby meekomt?’ Zonder mijn antwoord af te wachten nodigt
ze me met een hoofdgebaar uit het bundeltje in de wagen te bekijken. Het kindje
ligt te slapen, is hooguit een maand oud. Ik kijk de stralende moeder aan en
stamel in mijn beste Engels: ‘Nee, u hebt hier kennelijk ervaring mee en we
hebben een extra ruimte voor als u wilt…eh….’
‘Voeden, verschonen en als ie gaat huilen’,
vult ze lachend aan en vervolgt: ‘Ik ben zo blij dat ik op deze manier toch kan
meedoen deze dagen’. Haar blijdschap is oprecht. Ik loop naar
mijn Hongaarse collega. Zij heeft mij al gezien in het kleine tafereeltje met
de moeder-student. Ze zendt met haar blik een woordeloze boodschap uit: ’ik
vind het ook goed’.
Dan kijk ik om naar de moeder en wil haar
nog even bemoedigend toeknikken. Tegelijk zie ik nieuwe studenten lachend en
pratend binnenkomen en achter hen bemerk ik de contouren van nog een
kinderwagen. Wanneer ik erheen loop, de moeder erachter begroet, kijk ik meteen
maar even onder de kap: een jongetje van een maand of 3 kijkt me lachend aan.
Vooruit, er kan er nog wel eentje bij….hartelijk welkom.
Stavanger maart 2015. Samen met een
Hongaarse collega docent supervisiekunde geef ik, op uitnodiging van de
opleiding aan de universiteit een
driedaagse workshop aan 1e en 2e jaars studenten
supervisie. Totaal 14 vrouwen en 1 man volgen de module How to deal with diversity in supervision? Een gevarieerd programma
laat hen werken, praten, oefenen en spelen rondom het thema. De sfeer is deze
eerste dag bij aanvang wat gespannen als er in t Engels een kennismaking en
programma overzicht plaatsvindt. Maar even later uitbundig en ontspannen als
oefeningen in het Noors gedaan mogen worden. Dat levert ons als docenten op dat
moment een schat aan nonverbale informatie op maar daarover een andere keer
meer.
In Noorwegen hebben vrouwen maximaal 52
weken, 80% betaald, zwangerschaps/ouderverlof. Ze kunnen ook 42 weken verlof
kiezen en krijgen dan 100% betaald. Hiervan hebben de vaders recht op vier
weken verlof. Zo lijkt het in dit land
dus min of meer vanzelfsprekend dat je kindje meekomt en meegroeit met
opleiding en/of je carriere. De komende dagen zal ik dan ook kennismaken met
deze vanzelfsprekendheid en de invloed die de aanwezigheid van de twee baby’s
zal hebben op de workshopdeelnemers én op de docenten.
Hoe gaat het ondertussen met de baby’s? Ze
gedragen zich alsof ze het heel normaal vinden erbij te zijn. Soms zitten ze op
schoot bij hun moeder….liggen een andere keer te slapen in hun wagen in de
ruimte ernaast (met de deur op een kier!). Bij een subgroep oefening zit een groepje
dames (en die ene man) geïnspireerd met elkaar te discussiëren en vult de
flapover zich daar met hun meningen en stellingen. Plotseling klinkt gehuil….. Ik weet ondertussen de baby’s in hun
geluiden te onderscheiden van elkaar en bied aan het jongetje te halen. Terwijl
het groepje de discussie enthousiast vervolgt til ik een zachtblauw bundeltje
uit de kinderwagen en loop met hem door de grote workshopruimte langs de
subgroepjes. Het huilen houdt op als ik voor hem zacht een liedje zing. Hij zal
er niks van verstaan hebben maar reageert direct met een lach en zijn grote
ogen laten mijn gezicht niet los.
Een reflectiemoment in het ‘hier en
nu’ overvalt me: is er bij het
supervisieconcept naast denken, willen, voelen en handelen ook ruimte voor
smelten? Want dit is wat mij overkomt: docent raakt ontroerd, baby op de arm,
studenten geweldig aan het werk. Wat een mooi klimaat om in te kunnen leren. Ik
wissel een blik met mijn collegadocent….we begrijpen elkaar….de groep werkt
goed, wij geven ze de autonomie en het vertrouwen van het werken in subgroep en
eigen taal en zien het leren ter plekke gebeuren. Ook bij de twee moeders die
op deze manier in staat zijn om
gemotiveerd mee te doen. Even later lopen beide docenten met een
baby op de arm…want het huilen is besmettelijk gebleken. Hongaarse liedjes
klinken vast net zo mooi als Nederlandse of Noorse. Leve de diversiteit! We
‘ontmoeten’ elkaar in de ruimte, wisselen een blik en weer is daar die
ontroering. Later zitten we in de grote kring…de
‘intimiteit’ van het moment daarvoor is verbroken maar een andere intimiteit
dient zich aan : beide baby’s krijgen de borst terwijl iemand van de subgroep
iets vertelt over het proces van de oefening. De concentratie is hoog, de
ervaringen divers en er wordt gelachen.
Bij de evaluatie van de dag lijkt het of
het Engels bij de deelnemers beter gaat dan vanmorgen….op de een of andere
manier is de atmosfeer minder gespannen nu. Een van de moeders vraagt aan alle
aanwezigen: ‘Hebben jullie last gehad van de baby’s?’ Ik kan het niet laten als eerste te
antwoorden: ‘Integendeel….dank voor deze ervaring. Ik hoop dat ze er morgen
weer bij zijn’.
Mei
2015 Gerian Dijkhuizen
De module waarvan boven sprake is werd
ontwikkeld binnen het Grundtvigproject van ANSE 2008-2010 i.s.m. met
supervisoren/docenten uit acht verschillende Europese landen w.o. Nederland. De module is voor het eerst gegeven in
maart 2015 in Stavanger, Noorwegen. Binnen de opleiding tot supervisor werden
Eva Nemes en Gerian Dijkhuizen als gastdocenten/trainers uitgenodigd voor 3
workshopdagen.
Voor meer informatie: www.anse.eu
onder kopje: Activities….workshop
Tijdens de Summer University van ANSE dit
jaar in Zadar (18-22 augustus) wordt door beide genoemde trainers een
inleidende workshop gegeven mbt deze module. Engels is de voertaal bij de
Summer Universities. Zie voor verdere informatie mbt het programma van de SU www.anse.eu onder kopje Activities.