Minister in supervisie
Eerst komt er een
mail. Een paar dagen later bellen twee mannen in donkere pakken aan. Ik waan me
in een James Bondfilm. Ze checken mijn kantoor….tillen boeken op van de stapels
die op de grond liggen. Vragen of ik mijn computer aan wil zetten. Waarom in
vredesnaam? Het antwoord komt niet. Wel een cynisch lachje van een van de
bezoekers. Hij trekt met zijn wijsvinger het onderste ooglid van zijn
rechteroog naar beneden. Een mislukte knipoog? Of is de boodschap dat ik dom
ben en het toch zou moeten weten. Ik houd het op het laatste want echt
aantrekkelijk vind ik hem niet. De bel wordt gecontroleerd (gelukkig net een
nieuwe batterij erin gedaan) en de voordeur van de praktijk wordt een paar keer
open en dicht gedaan. Het andere zwarte pak (heftig aantrekkelijk!) zegt: ‘Ze
komt dus later op de avond. We kunnen geen tijd noemen.’
‘Waarom niet
overdag?’ Ik probeer mijn stem stoer te laten klinken. En weer is er het
ritueel met de vinger en het ooglid. ‘Ok ik begrijp het….’ geef ik een stuk minder
stoer toe.
Een week later zit
ik vanaf 18.00 uur klaar. Er zou een telefoontje komen als ze een kwartier
verwijderd was van de afspraak die wat mij betreft een onvervalste
supervisiecontractering wordt.
Om 23.15 wanneer
ik al menig maal gegaapt heb, gaat de telefoon. Een kwartier later stormt ze
binnen. De chauffeur blijft in de auto voor het huis. Gelukkig geen donkere
pakken.
Na een paar
obligate vragen (hebt u t makkelijk kunnen vinden? ) waarover ik me
onmiddellijk ellendig voel, herpak ik mij en vraag naar haar ervaringen met
supervisie.
‘Ja die heb ik en
dat waren geen goede’. Ze kijkt verdrietig of verbeeld ik me dat nou?
De
supervisievraag? ‘Ik kan niet omgaan met al die kritiek die ik krijg. Het wordt te persoonlijk en ik heb er last
van’. Het komt er snel uit, bijna een statement.
Ha, het wordt
vertrouwd terrein: ‘Kunt u iets specifieker zijn? Een voorbeeld geven?’
Ze zucht en zegt:
‘De laarzen’. ‘De laarzen’? Ik kijk
verbaasd naar de prachtige, bijna kniehoge, taupekleurige en voor mij onbetaalbaar
mooie laarzen…..
‘Nou ja en dan ook
nog mijn haar. En laatst die paarse outfit. Alsof er een boodschap in zou
zitten als ik iets draag met een bepaalde kleur’.
Ik ben behoorlijk
de weg kwijt als supervisor…..en stamel: ‘U wilt leren omgaan met de kritiek op
uw uiterlijk? Uw kleding?’
Bits antwoordt ze:
‘Ja wat dacht u dan?’
Ik probeer een neutrale
houding te herpakken. ‘Meestal komen mensen in supervisie met vragen over hun
werk….ik dacht …(dag neutraliteit)…eh…wat uw beleid betreft…is er natuurlijk
ook de nodige kritiek….’
‘Wat denkt u: zal
ik mijn haar laten knippen?’ Ze schudt met haar donkere krullen en zegt een
stuk vriendelijker: ‘Zeg maar Edith hoor’.
Op dat moment word
ik wakker. Het is laat….over een half uur komt mijn eerste supervisant….ik moet
me haasten dus…